Regels eerste kievitsei fryslan 2016

Regels eerste kievitsei Fryslân 2016
Omstandigheden:
1. De weidevogelbescherming in Fryslân start met het zoeken naar het eerste kievitsei.
2. Er is sprake van ‘it frije fjild’ tot maximaal 14 dagen na het eerste Friese kievitsei.
3. De BFVW kan besluiten eerder te stoppen met ‘it frije fjild’ als daartoe aanleiding is
door bijvoorbeeld massale eileg in relatie tot landbouwwerkzaamheden.
4. Alle gevonden nesten worden digitaal gemarkeerd in het BFVW registratiesysteem dit
om de bescherming te waarborgen.
5. Iedere nazorger dient zijn/haar vondsten te registreren via de app of op de computer.
6. Geen nestmarkeringen in het veld, tenzij landbouwwerkzaamheden hiertoe aanleiding
geven.
7. Het SMS systeem is niet van toepassing.
8. De nazorgpas wordt gehandhaafd, de kosten van deze pas worden door de BFVW in
rekening gebracht bij de vogelwachten. De opbrengst zal aangewend worden voor een
onderzoek naar de effecten van het aaisykjen op de kievit populatie. Dit zoals
vastgesteld op de ALV d.d. 4 maart 2016.
9. Na de zoekperiode zijn de vogelwachten en haar vrijwilligers gebonden aan de
regelgeving zoals deze voorheen gold voor de nazorg (eigen wachtgebied en eigen
rayon).
10. Geen ceremoniële zaken ter plaatse bij het nest.
11. De commissaris van de koning gaat het veld in om het eerste provinciale kievitsei te
eren. De Sulveren Ljip, oorkonde en het vindersloon worden uitgereikt op een nader te
bepalen plaats. De landeigenaar wordt geïnformeerd en betrokken bij het geheel. De
vakgedeputeerde (J. Kramer) zal hierbij ook aanwezig zijn.
12. De vakgedeputeerde gaat het veld in om het eerste Friese jeugd kievitsei te eren. It
Sulveren Polske wordt uitgereikt op een nader te bepalen plaats. De landeigenaar
wordt geïnformeerd en betrokken bij het geheel.
13. De burgemeesters gaan het veld niet in voor de eerste gemeentelijke eieren. Zij
ontvangen de vinder op het gemeentehuis voor de oorkonde en het vindersloon. De
gemeenten worden geïnformeerd over de eerste vinder door de BFVW (M. Hoekstra,
06-45221590).
14. Voor de uitvoering van punt 11 en 12 hanteert de BFVW een stringent* orde beleid.
Regels:
1. Het ei moet gevonden zijn op een plaats en een tijdstip waarop dat is toegestaan. Dat
betekent dus niet in ganzengedooggebieden vóór een aangegeven tijdstip en niet op
land waar het ‘aaisykjen’ door de eigenaar of de gebruiker is verboden of verboden
voor bepaalde personen. Dus een nazorger die met uitsluiting van alle anderen mag
zoeken op het land van een grondgebruiker, kan niet als vinder van een eerste ei
worden erkend. De vindplaats moet dus toegankelijk zijn voor iedere daartoe
bevoegde ‘aaisiker’ (zie 2).
2. De vinder moet in het bezit zijn van een geldige nazorgpas tenzij hij/zij 11 jaar of jonger is. Alle ‘aaisikers’ vanaf 12 jaar en ouder staan ingeschreven in de database: www.bfvwregistraasje.frl. Vindt een boer op zijn eigen grond een eerste ei dan verstrekt de vogelwacht hem direct een nazorgpas en verzorgt men de aanmelding op www.bfvwregistraasje.frl. De boer moet dan wel nazorg op zijn landerijen toestaan en voldoen aan de overige bepalingen in dit reglement.
3. De houder van de pas neemt direct na zijn/haar vondst contact op met een vertegenwoordiger van de BFVW (Marco Hoekstra, 06-45221590 of Marijke Rijpkema, 06-10395039).
4. De vertegenwoordiger van de BFVW controleert of aan alle voorwaarden is voldaan, constateert of het ei vers is en bepaalt of er sprake is van een eerste ei.
5. De vertegenwoordiger van de BFVW neemt vervolgens contact op met de provincie of de betreffende gemeente.
6. Kinderen t/m 11 jaar mogen zonder nazorgpas het veld in.
7. Als er twee kievitseieren (bijna) tegelijkertijd worden gevonden, geldt het eerst gemelde kievitsei als eerste ei. Het tijdstip van de melding is hierbij leidend.
8. Als het eerste provinciale kievitsei deel uitmaakt van een legsel van meer dan één kievitsei, dan geldt dit zowel voor het eerste ei van Fryslân alsmede voor het eerste gemeente ei.
9. Er kan geen eerste ei geclaimd worden op een reeds eerder gevonden nest.
10. Het tweede ei dat gevonden wordt in de gemeente waarin het eerste ei van de Provincie is gevonden, wordt beschouwd als het eerste ei van de gemeente.
11. Bovenstaande regels gelden ook voor het vinden van het eerste ei door de jeugd en daarvoor uit te reiken ‘Sulveren Polske’. De vind(st)er zit in de leeftijdscategorie van 6 t/m 12 jaar. Aaisykje onder begeleiding is toegestaan, maar het ei moet zelfstandig worden gevonden. De vondst moet direct worden gemeld bij BFVW (Marco Hoekstra, 06-45221590 of Marijke Rijpkema, 06-10395039). Het hoofdbestuur meldt de vondst vervolgens op het provinciehuis.
*De pers is welkom, maar er is een beperking in tijd en het betreft een éénmalig bezoek. In de persuitnodiging zal dit worden opgenomen.